11 Banner Minstrelen


Gekweel van de Minstreel

Tallis, Josquin, Janequin & meer

 

Thema’s & Werken

anoniem
■Sumer is icumen in

Liefde
Thibaut de Champagne
■Chançon ferai, car talent m’en est pris

Johannes Ockeghem
■Prenez sûr moi vostre exemple amoureux

Adam de la Halle
■Fi, Maris de vostre amour

John Dunstaple
■Puisque m’amour

 
 
Rouw
Conon de Béthune
■Ce fut l’autrier en un autre païs

John Dowland
■Weep you no more sad fountains

Thomas Tallis
■When shall my sorrowful sighing slack

■Like as the doleful dove

Josquin dez Prez
■Déploration sur la mort Ockeghem

 
 
Plezier
Guillaume le Venier & Thibaut de Champagne
■Sire, ne me celez mie

Claudin de Sermisy
■Hau, hau, hau, je boys

John Dowland
■Fine knacks for ladies

 
 
Natuur
Thibaut de Champagne
■J’aloie l’autrier errant

Guillaume Dufay
■Ce mois de may

Clément Janequin
■Herbes et fleurs

■Le chant des oiseaux

o.l.v. Dennis Broeders
Hans Lub, vedelspeler

Datum & Locatie

zondag 18 maart 2018

Bartholomeusgasthuis, Utrecht

 
illustre minstrelen poster final-1
Poster ontworpen door Fons Martens

Dit programma bestaat uit koormuziek. Vanwaar dan de ‘Minstreel’ in de titel? Deze minstreel staat symbool voor een belangrijke kiem van onze Westerse muziek. Waar vooral het Gregoriaans dikwijls genoemd wordt als begin van de Westerse stijl, wordt vaak de seculiere muziek vergeten. In dit programma voeren we werken uit die de ontwikkeling van de seculiere muziek symboliseren. ‘Minstreel’ klonk leuk voor onze titel, maar minstrelen waren slechts dienaars (‘min’ komt van ‘minister’, wat dienaar betekent) in een kasteel. Voor de echt interessante muziek moeten we naar het Zuid-Frankrijk van de 11de eeuw, waar troubadours met gezongen poëzie een prachtige kunstvorm creëerden. Deze kunst verspreidde zich naar het noorden, waar in Noord-Frankrijk trouvères het muzikale gedeelte sterker uitbouwden en de poëzie schreven in Langue d’oïl, een taal die dichter bij het moderne Frans staat dan het Langue d’oc van de troubadours.

Adam de la Halle wordt gezien als de laatste trouvère en als de man die dit genre meerstemmig maakte. Vanuit dit prille begin ontwikkelde zich de meerstemmige seculiere muziek verder door componisten als Dufay, Ockeghem en Desprez. Een andere interessante lijn is te vinden in Engeland, waar het oudste veelstemmige stuk van Europa is gevonden: Sumer is icumen in. Al vanaf deze vroege kanon horen we dat in Engeland met welluidendere/bravere harmonieën werd gecomponeerd dan op het vasteland. Dit is tot in de Renaissance het geval, luister maar naar het verschil tussen de heldere werken van Thomas Tallis en de doorwrochte klanken van Ockeghem! In dit programma wordt Janequin als hoogtepunt van de seculiere Renaissance beschouwt. De speelse meerstemmigheid gecombineerd met het uitbuiten van compositietechnieken om het onderwerp zoveel mogelijk te laten spreken blijft zelfs moderne luisteraars verbazen met zijn durf.

Ondanks de aandacht voor geschiedenis in dit programma is er geen sprake van een chronologische volgorde, maar eerder een thematisch lijn. We bewegen ons van een haast lollig begin naar een middendeel vol liefde en daarna rouw naar de natuur als ultieme inspiratiebron voor componisten. Elk blokje wordt geïntroduceerd door een trouvère. De eenheid in het programma wordt gecreëerd door de koekoek, die ons verhaal mag beginnen én mag afsluiten.

Dennis Broeders – dirigent